Om de doelstelling van de A.S. Talma Stichting te kunnen effectueren doet de Stichting aan vermogensvorming in de vorm van belegging in onroerend goed en effecten en beheren van diverse spaarrekeningen. De uit het vermogen verworven inkomsten worden onder andere ingezet voor het financieel ondersteunen van (innovatieve) projecten in de zorg voor zorginstellingen, zoals beschreven in lid 1 van artikel 2 van de statuten. In het kader van het voorgaande is in 2005, samen met NHL Stenden Hogeschool te Leeuwarden, het lectoraat ‘’Wonen, welzijn en zorg op hoge leeftijd’’ in het leven geroepen. De stichting stelt hiervoor een door het bestuur vast te stellen bedrag beschikbaar. Naast de meerjarige financiering van het Talmalectoraat worden de verworven inkomsten ingezet voor de gehele of gedeeltelijke financiering van projecten of bijzondere activiteiten in de zorg.
Het bestuur bepaalt jaarlijks bij het vaststellen van de begroting de omvang van het bedrag dat voor (project)subsidiëring beschikbaar is. De ingediende subsidieaanvragen worden beoordeeld op basis van beoordelingscriteria, die direct zijn afgeleid van de doelstelling van de Stichting. Deze beoordelingscriteria zijn beschreven in een notitie.
Het bestuur hecht grote waarde aan een goed contact met de Talma instellingen en met het Talmalectoraat. Daarom heeft elk bestuurslid een speciale taak als contactpersoon van één van de Talma instellingen en/of van het Talmalectoraat en heeft dit bestuurslid regelmatig contact met het management van betreffende Talma instelling en/of met de lector van het Talmalectoraat. Ook brengt het voltallige bestuur regelmatig een bezoek aan alle Talma instellingen en aan het Talmalectoraat om op de hoogte te blijven van alle wensen en ontwikkelingen van de ouderenzorg in het algemeen en van de instelling in het bijzonder.
Het door de A.S. Talma Stichting gevoerde beleid wordt jaarlijks geëvalueerd bij het vaststellen van het Jaarverslag. Bij de werving van nieuwe bestuursleden kunnen, afhankelijk van de in te vullen bestuursfuncties, de volgende factoren een rol spelen:
– affiniteit met zorg voor ouderen in het algemeen;
– algemene bestuurlijke ervaring;
– leidinggevende en/of bestuurlijke ervaring in de ouderenzorg;
– voor de vacante bestuursfunctie relevante inhoudelijke kennis en ervaring; –
– nieuw te benoemen bestuursleden mogen geen relatie hebben met individuele Talma zorginstellingen of met de rechtspersoon waarvan deze deel uitmaken, of met subsidie vragende organisaties. Deze bepaling geldt gedurende de gehele bestuursperiode van alle bestuursleden.